Zon, zee, strand: Thailand

Na Birma wordt het tijd om een beetje te relaxen op de witte stranden van Thailand. We gaan met Henk naar Koh Chang, Koh Kood en als afsluiter hebben we nog een dagje Bangkok. We halen Henk op van het vliegveld in Bangkok en rijden met een taxi naar Koh Chang. We passen als allerlaatste op de boot.Gelukkig maar, want de volgende boot gaat pas een uur later. Daar drinken we dan dus ook maar meteen onze eerste Chang op, samen met de chauffeur. Op het olifanten eiland zijn de olifanten om te knuffelen. Ze eten super graag bananen en ananassen. De baby denkt dat ie het ook lust, maar zijn mond is te klein dus uiteindelijk blijft ie er maar een beetje op stampen en aan ruiken met zijn slurf. Het strand is echt wit met heel zacht zand en omdat we als toeristen een beetje vermaakt moeten worden doen alle restaurants elke avond om de beurt een vuurshow. En omdat we zo ontzettend lekker kunnen eten in Thailand proberen we ook een ochtendje uit of we het zelf een beetje kunnen.
Op Koh Kood worden we warm onthaald. De mensen van het hotel zijn vooral heel enthouasiast vanwege de overeenkomst tussen Sara's naam en de Thaise paracetamol (ook Sara). Hier is verder niet zoveel te doen, dus we houden het bij wat rondrijden op een scooter en noodgedwongen aan het strand liggen en in zee zwemmen in onze bijna prive baai (heel vervelend).
Bangkok is een klein beetje drukker. Maar als sardientjes in een blikje kunnen we in de Skytrain nog wel een gezamenlijk nummer van the Beatles inzetten als we aankomen bij station Nana (Hey Jude).
Henk is weer terug naar Nederland en wij mogen nog een maandje naar Indonesie.